Orthodox Charismatische Catechismus
Ik zat al een tijdje aan dit project te denken. Het idee is om de vragen van de Heidelbergse Catechismus (HC) te nemen en er een 'Orthodox Charismatisch' antwoord op te geven. De Heidelbergse Catechismus is een boekje uit de 16e eeuw over wat de kerk van die dag geloofde.
Het is onderverdeeld in 52 zondagen, waarin voorgangers deze thema's zouden kunnen bespreken.
Ik weet niet hoever ik zal komen en of ik het op volgorde ga doen. Misschien neem ik er willekeurige zondagen uit.
Hieronder is te lezen wat ik al heb.
Noot Juni 2013:
Veel vragen in de Heidelbergse Catechismus zijn geen vragen meer uit onze tijd. Ik probeer zo nodig een soortgelijke vraag te formuleren. Die staat tussen de haakjes achter de vraag.
Vragen waarbij het antwoord van de HC niet afwijkt van de Orthodox Charismatische visie worden mogelijk wel vertaald naar ons eigen taalgebruik.
Het is onderverdeeld in 52 zondagen, waarin voorgangers deze thema's zouden kunnen bespreken.
Ik weet niet hoever ik zal komen en of ik het op volgorde ga doen. Misschien neem ik er willekeurige zondagen uit.
Hieronder is te lezen wat ik al heb.
Noot Juni 2013:
Veel vragen in de Heidelbergse Catechismus zijn geen vragen meer uit onze tijd. Ik probeer zo nodig een soortgelijke vraag te formuleren. Die staat tussen de haakjes achter de vraag.
Vragen waarbij het antwoord van de HC niet afwijkt van de Orthodox Charismatische visie worden mogelijk wel vertaald naar ons eigen taalgebruik.
Zondag 1
Vraag 1: Wat is uw enige troost in leven en sterven?
Antwoord: Dat Jezus Christus gisteren en heden Dezelfde is, en tot in eeuwigheid.1 We weten dat we door het geloof in Hem 2 en hem te belijden als Heer en geloven dat Hij uit de dood opgewekt is gered worden.3 Jezus stierf om de straf te dragen die wij hadden verdiend, de dood, om ons eeuwig leven te geven. 4 Jezus Christus zal ons opwekken uit de dood.5 Zijn striemen hebben ons genezing gebracht.6 Wij zijn in de doop met Hem gestorven en weer opgestaan.7 Dus niet langer wij leven, maar Christus in ons.8
Vraag 2: Wat moet u weten om door deze troost gelukkig te leven en te sterven?
Antwoord: Hoe groot Gods genade is dat Hij ons wilde verlossen van die straf.1 Dat wij niet langer slaaf zijn van de zonden,2 en kunnen opgroeien overeenkomstig het beeld van Christus.3 Dat we kinderen van God zijn 4 en door Christus het eeuwige leven mogen beërven en niet verloren zullen gaan.5 Het is meer dan normaal dat we God hier oneindig dankbaar voor zijn. 6
Antwoord: Dat Jezus Christus gisteren en heden Dezelfde is, en tot in eeuwigheid.1 We weten dat we door het geloof in Hem 2 en hem te belijden als Heer en geloven dat Hij uit de dood opgewekt is gered worden.3 Jezus stierf om de straf te dragen die wij hadden verdiend, de dood, om ons eeuwig leven te geven. 4 Jezus Christus zal ons opwekken uit de dood.5 Zijn striemen hebben ons genezing gebracht.6 Wij zijn in de doop met Hem gestorven en weer opgestaan.7 Dus niet langer wij leven, maar Christus in ons.8
- (1)Hebr 13:8 (2)Joh 3:16-17 (3) Rom 10:9-13 (4) Rom 6:23 (5) Joh 6:40 (6) Jes 53:4-5, Matt 8:17, 1Pet 2:24 (7) Kol 2:12 (8) Gal 2:19-21
Vraag 2: Wat moet u weten om door deze troost gelukkig te leven en te sterven?
Antwoord: Hoe groot Gods genade is dat Hij ons wilde verlossen van die straf.1 Dat wij niet langer slaaf zijn van de zonden,2 en kunnen opgroeien overeenkomstig het beeld van Christus.3 Dat we kinderen van God zijn 4 en door Christus het eeuwige leven mogen beërven en niet verloren zullen gaan.5 Het is meer dan normaal dat we God hier oneindig dankbaar voor zijn. 6
- (1) Rom 3:24, 6:14, 11:6, 2Kor 8:9, 2Pet 1:2 (2) Rom 6:1-14, 8:11-13 (3) Ef 4:13, Hebr 5:12 (4) Gal 3:26-4:7, Rom 8:15, Joh 1:12 (5) Joh 3:16-17, Luk 19:10 (6) Op 5:13
Overige Zondagen:
Zondag 2:
Vraag 3: -Waaruit kent gij uw ellende? (Hoe weet je dat je verlossing nodig hebt)
Antwoord: Omdat God onder de wet alles als zonde heeft opgesloten.1
Vraag 4: Wat eist de wet Gods van ons?
Antwoord:
Dat leert Christus ons in een samenvatting, Mattheüs 22:37-401:
Jezus zei tegen hem:
U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.
Dit is het eerste en het grote gebod.
En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.
Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.
Vraag 5: Kunt u dit alles volbrengen?
Antwoord: De mens is uit zich zelf niet in staat om de wet te vervullen. Ieder mens heeft gezondigd.1 Maar door de Heilige Geest hoeven we niet meer te leven naar het vlees.2 Verder leert de Bijbel dat een gelovige niet kàn zondigen.3 Als we in Jezus geloven als de Christus en de opgestane Heer en onze naaste liefhebben door de kracht van de Geest vervullen wij de wet.4
Zondag 3:
-Heeft God de mens dan zo slecht en verkeerd geschapen?
Nee, God heeft de mens goed1 en naar zijn beeld geschapen2, dat wil zeggen: in ware gerechtigheid en heiligheid, om te heersen over de schepping3 en opdat hij God, zijn Schepper, naar waarheid kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige heerlijkheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen4
-Waaruit komt deze verdorven aard van de mens dan voort?
Door de zondeval. Als gevolg van de rebellie van onze voorouders Adam en Eva. 1
Ja1, Maar door de Heilige Geest worden wij wedergeboren.2 En hoeven we niet meer naar het vlees te leven3
Maar zelfs slechte mensen zijn in staat om goede dingen te doen.4
Zondag 4:
-Doet God de mens dan geen onrecht, dat Hij in zijn wet van hem eist wat hij niet doen kan?
-Wil God zo’n ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten?
-Maar God is toch ook barmhartig?
Zondag 5:
-Hoe kunnen wij aan deze straf ontkomen en weer in genade aangenomen worden, nu wij naar Gods rechtvaardig oordeel straf in tijd en eeuwigheid verdiend hebben?
-Maar kunnen wij zelf betalen?
-Kan een schepsel dat alleen maar schepsel is, voor ons betalen?
-Wat voor een Middelaar en Verlosser moeten wij dan zoeken?
Zondag 6:
-Waarom moet de Middelaar een echt en rechtvaardig mens zijn?
-Waarom moet de Middelaar tegelijk echt God zijn?
-Wie is dan deze Middelaar, die echt God en tegelijk een echt en rechtvaardig mens is?
-Waaruit weet u dat?
Zondag 7:
-Krijgen dan alle mensen door Christus het heil terug, zoals zij in Adam veroordeeld zijn?
-Wat is waar geloof?
-Wat moet een christen geloven?
Zondag 8:
Hoe luiden de 12 artikelen van de Apostolische Geloofsbelijdenis?
Zondag 9:
Zondag 10:
Zondag 11:
Zondag 12:
Zondag 13:
Zondag 14:
Zondag 15:
Zondag 16:
Zondag 17:
Zondag 18:
Zondag 19:
Zondag 20:
Zondag 21:
Zondag 22:
Zondag 23:
Zondag 24:
Zondag 25:
Zondag 26:
Zondag 27:
Zondag 29:
Zondag 29:
Zondag 30:
Zondag 31:
Zondag 32:
Zondag 33:
Zondag 34:
Zondag 35:
Zondag 36:
Zondag 37:
Zondag 38:
Zondag 39:
Zondag 40:
Zondag 41:
Zondag 42:
Zondag 43:
Zondag 44:
Zondag 45:
Zondag 46:
Zondag 47:
Zondag 48:
Zondag 49:
Zondag 50:
Zondag 51:
Zondag 52:
Bron: http://www.gkv.nl/data/styleit/files/Heidelbergse_Catechismus(3).pdf
Vraag 3: -Waaruit kent gij uw ellende? (Hoe weet je dat je verlossing nodig hebt)
Antwoord: Omdat God onder de wet alles als zonde heeft opgesloten.1
- (1) Gal 3:22
Vraag 4: Wat eist de wet Gods van ons?
Antwoord:
Dat leert Christus ons in een samenvatting, Mattheüs 22:37-401:
Jezus zei tegen hem:
U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.
Dit is het eerste en het grote gebod.
En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.
Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.
- (1) Deut. 6:5; Lev. 19:18; Mar. 12:30, 31; Luc. 10:27.
Vraag 5: Kunt u dit alles volbrengen?
Antwoord: De mens is uit zich zelf niet in staat om de wet te vervullen. Ieder mens heeft gezondigd.1 Maar door de Heilige Geest hoeven we niet meer te leven naar het vlees.2 Verder leert de Bijbel dat een gelovige niet kàn zondigen.3 Als we in Jezus geloven als de Christus en de opgestane Heer en onze naaste liefhebben door de kracht van de Geest vervullen wij de wet.4
- (1) Rom 3:23; 1 Joh 1:10 (2) Rom 8:12 (3) Rom 6:2; 1 Joh 3:9 (4) Rom 13:8; 1 Joh 3:23-24
Zondag 3:
-Heeft God de mens dan zo slecht en verkeerd geschapen?
Nee, God heeft de mens goed1 en naar zijn beeld geschapen2, dat wil zeggen: in ware gerechtigheid en heiligheid, om te heersen over de schepping3 en opdat hij God, zijn Schepper, naar waarheid kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige heerlijkheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen4
- (1) Gen. 1:31. (2) Gen. 1:26, 27. (3) Gen 1:26 (4) Ef. 4:24; 2Kor. 3:18; Kol. 3:10
-Waaruit komt deze verdorven aard van de mens dan voort?
Door de zondeval. Als gevolg van de rebellie van onze voorouders Adam en Eva. 1
- (1) Gen. 3; Rom. 5:12, 18, 19. 2
Ja1, Maar door de Heilige Geest worden wij wedergeboren.2 En hoeven we niet meer naar het vlees te leven3
Maar zelfs slechte mensen zijn in staat om goede dingen te doen.4
- (1) Gen 8:21; (2) Joh. 3:3, 5; 1Kor. 12:3; 2Kor. 3:5 (3) Rom 8:12 (4) Lukas 11:13 [[De verwijsteksten die de HC aanhaalt zijn, op Gen 8:21 na niet relevant bij het onderbouwen van (1) Lees Job 42:7 - De woorden van Elifaz waren niet naar Gods wil.]]
Zondag 4:
-Doet God de mens dan geen onrecht, dat Hij in zijn wet van hem eist wat hij niet doen kan?
-Wil God zo’n ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten?
-Maar God is toch ook barmhartig?
Zondag 5:
-Hoe kunnen wij aan deze straf ontkomen en weer in genade aangenomen worden, nu wij naar Gods rechtvaardig oordeel straf in tijd en eeuwigheid verdiend hebben?
-Maar kunnen wij zelf betalen?
-Kan een schepsel dat alleen maar schepsel is, voor ons betalen?
-Wat voor een Middelaar en Verlosser moeten wij dan zoeken?
Zondag 6:
-Waarom moet de Middelaar een echt en rechtvaardig mens zijn?
-Waarom moet de Middelaar tegelijk echt God zijn?
-Wie is dan deze Middelaar, die echt God en tegelijk een echt en rechtvaardig mens is?
-Waaruit weet u dat?
Zondag 7:
-Krijgen dan alle mensen door Christus het heil terug, zoals zij in Adam veroordeeld zijn?
-Wat is waar geloof?
-Wat moet een christen geloven?
Zondag 8:
Hoe luiden de 12 artikelen van de Apostolische Geloofsbelijdenis?
Zondag 9:
Zondag 10:
Zondag 11:
Zondag 12:
Zondag 13:
Zondag 14:
Zondag 15:
Zondag 16:
Zondag 17:
Zondag 18:
Zondag 19:
Zondag 20:
Zondag 21:
Zondag 22:
Zondag 23:
Zondag 24:
Zondag 25:
Zondag 26:
Zondag 27:
Zondag 29:
Zondag 29:
Zondag 30:
Zondag 31:
Zondag 32:
Zondag 33:
Zondag 34:
Zondag 35:
Zondag 36:
Zondag 37:
Zondag 38:
Zondag 39:
Zondag 40:
Zondag 41:
Zondag 42:
Zondag 43:
Zondag 44:
Zondag 45:
Zondag 46:
Zondag 47:
Zondag 48:
Zondag 49:
Zondag 50:
Zondag 51:
Zondag 52:
Bron: http://www.gkv.nl/data/styleit/files/Heidelbergse_Catechismus(3).pdf