Lessen van Petrus (deel 1?)
Dit stuk gaat over het opwekken van doden.
Op het moment dat ik dit schrijf heb ik hier geen persoonlijke ervaring mee. Ik ben er echter van overtuigd dat de Bijbel klopt en dat we dit soort wonderen mogen verwachten. Als ik zou moeten wachten tot ik een persoonlijke ervaring krijg, zal ik het nooit gaan proberen.
Wat mij laatst opviel is dat er heel lang voor iemands genezing gebeden werd, en toen hij overleed waren de reacties als: 'Het was niet Gods wil' of 'We hebben gebeden'. Ze waren echter nooit: 'We gaan door met bidden.' (*) Dit is dan ook de reden dat ik hier veel over na ben gaan denken en dit stuk ben gaan schrijven. Ik hoop dat ik hiermee niemand beledig, maar het is wel iets wat de kerk in het algemeen nog te leren heeft.
Petrus en Dorkas
36 En er was in Joppe een zekere discipelin van wie de naam Tabitha was, wat vertaald Dorkas betekent. Deze was overvloedig in goede werken, en in liefdegaven die zij schonk.
In de eerste plaats is het goed om te onthouden dat Dorkas een discipelin was. Hiermee wordt bedoeld dat zij een gelovige is. Zo werden Christenen genoemd.
37 En het gebeurde in die dagen dat zij ziek werd en stierf; en toen men haar gewassen had, legde men haar in de bovenzaal.
De Heer haalde haar thuis, zoals we dat vandaag de dag zeggen of: Ze is bij de HEERE nu.
38 En omdat Lydda vlakbij Joppe lag, stuurden de discipelen, toen zij hoorden dat Petrus daar was, twee mannen naar hem toe, die smeekten dat hij zonder uitstel naar hen toe zou komen.
Zie de tegenstelling met Jaïrus, die aan Jezus vroeg zijn dochter te genezen, en toen ze hem kwamen vertellen dat ze al overleden was zeiden ze: 'val de meester niet langer lastig' (Lukas 8:49). In dit geval echter komt men pas bij Petrus wanneer Dorkas reeds overleden is.
Hoe staan wij hier vandaag de dag in? Vallen we de Meester lastig tot de dood? Of zijn we bereid om ook daarna nog te bidden?
39 En Petrus stond op en ging met hen mee; en toen hij daar gekomen was, brachten zij hem in de bovenzaal. En alle weduwen stonden bij hem, terwijl zij huilden en de onder- en bovenkleding toonden die Dorkas gemaakt had toen zij nog bij hen was.
Let op! Petrus zei niet: 'Het zal wel Gods wil zijn' of 'Ze is toch bij de Heer nu, dat is alleen maar beter.' Nee hij ging met ze mee.
40 Maar nadat Petrus allen naar buiten had gestuurd, knielde hij neer en bad; en hij keerde zich naar het lichaam en zei: Tabitha, sta op! En zij deed haar ogen open en zodra zij Petrus zag, ging zij overeind zitten.
Petrus ging bidden. We weten niet wat hij gebeden heeft, maar tijdens het bidden keek hij niet naar het lichaam van Dorkas. Pas toen hij klaar was met bidden keerde hij zich naar haar lichaam en zei: 'sta op'.
41 En hij gaf haar de hand en hielp haar opstaan. Hij riep de heiligen en de weduwen en plaatste haar levend voor hen.
En ze leefde.
42 En dit werd bekend in heel Joppe, en velen geloofden in de Heere.
Dat is uiteindelijk waar het om gaat.
Ik ontken niet dat ze bij de Heer was, dat was ze namelijk gewoon.
Maar toch bad Petrus voor haar terugkomst en ze kwam en er kwamen mensen tot geloof.
Soms wordt dit vers aangehaald:
Maar Abraham zei tegen hem: Als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen, als iemand uit de doden zou opstaan. (Lukas 16:31)En dan zegt men: 'zie, als er iemand uit de dood zou opstaan zouden ze ook niet luisteren.'Dit gaat echter over mensen die wel van God weten en zijn geboden kennen, en toch niet doen wat Hij van hen vraagt.Bij Dorkas lijkt dit niet het geval want hier komen wel velen tot geloof.
*Nooit = niet dat ik gehoord heb